GESCHIEDENIS
In Duitsland


De Duitse overheid gaf in 1923 de opdracht om een bankbiljet te drukken met een waarde van 100.000.000.000.000 mark (312,50 dollar). Hierdoor moest de centrale bank heel veel geld drukken en hadden ze veel papierfabrieken in gebruik. De oorzaak van deze hyperinflatie? Daarvoor moeten we terug naar de periode vlak na de eerste wereldoorlog.
Duitsland was de grote schuldige van de eerste wereldoorlog. Vlak na de oorlog, in 1921, werd de schuld van de Duitsers vastgesteld voor alle aangerichte schade: dit was een bedrag van 132 miljard goudmark. De enige manier om dit geld terug te kunnen betalen was door middel van export. De Duitse export was gefocust op industrieën, waar Frankrijk, de verenigde staten en Groot Brittannië (De tegenstanders in de oorlog) ook op gefocust waren. Daardoor werden deze industrieën beschermd met importheffingen, waardoor Duitsland niet kon exporteren en de schulden niet terug kon betalen.
Om toch de schulden terug te kunnen betalen had de overheid twee beleidsopties. De mark (het betaalmiddel toen der tijd in Duitsland) werd permanent in waarde verminderd ten opzichte van de dollar. Hierdoor werden de Duitse producten goedkoper en was het in het buitenland voordelig om iets in Duitsland te komen. Dit gaf een boost aan de Duitse economie. Hierdoor werd de schuld ook minder.
De tweede beleidsoptie was geld drukken. Hierdoor konden ze het tekort aan geld opvangen, maar de waarde van het geld nam hierdoor wel af (inflatie). Dit verschil werd zo groot dat er hyperinflatie ontstond.
De hyper inflatie in Duitsland is een van de bekendste van toen der tijd.